“Anton Hofstede opticien heeft in brillen steeds het nieuwste en het beste!”, met die reclameslogan probeert de aan Over de Kelders gevestigde opticien en instrumentmaker klanten naar zijn zaak te trekken. Ook de Duitse legerarts Ratscheck, die tijdelijk woont aan de Harlingerstraatweg, krijgt snel in de gaten dat Hofstede een ruim assortiment heeft. Hij komt in de zaak informeren naar de mogelijkheden tot leverantie van partijen brillen aan de Wehrmacht.

Veel meer dan in een handeltje met Ratscheck, zijn de Hofstedes geïnteresseerd in de gasmaskerbus die hij aan zijn koppel draagt. Al pratend laat de arts zich ontvallen dat het een nieuw type betreft, waarmee vijf soorten gifgas kunnen worden weerstaan. Ook over de reikwijdte van het luchtafweergeschut rondom de Fliegerhorst is hij iets te loslippig.

Anton en zijn zoon Frans Hofstede houden de informatie die ze krijgen niet voor zichzelf. Ze nemen contact op met Derk Jan ten Hove, een politieofficier van de prijsbeheersing die sinds 1942 in Leeuwarden is gestationeerd. Ten Hove speelt alle inlichtingen door aan de theologiestudent Mark Wierda, een spil in het spionagewerk van het Friese verzet. Wierda zorgt dat de informatie van de Hofstedes aan de Nederlandse regering in Londen wordt doorgespeeld. In 1944 doet hij dat ook met de inlichtingen die de opticiens krijgen van de Amerikaanse krijgsgevangene Peter Frank. Hij is door de Duitsers op het vliegveld tewerkgesteld bij het opruimen van blindgangers en weet belangrijke militaire observaties in een brillenkoker bij Hofstede af te leveren.